zo slenterend
langs de wallekant uit mijn jeugd
rijst
verborgen in 't woud van de ultieme watervrees
de herinnering aan gestorven emoties
losgeslagen
afgemeerde schuiten riepen op tot een niet te verwoorden
geldingsdrang
maar
wanneer het water z'n tol eiste
verdween die schreeuwende doordringende pijn pas
na verloop van tijd, in zijn eigen verdoving
zo
slenterend langs de wallekant uit mijn jeugd
denk ik
was die jeugdige onbezonnenheid
het allemaal waard
de
scheidingslijn tussen leven en overleven
zo fragiel
als het jonge leven zelf
hier
aan de rand van een gracht
keert
even het verleden terug
een
moment
maar
(c) JR. 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten